Oktober 2025
Drie maanden voordat Corona bij ons kwam, liet God door woord en Geest zien dat Hij een cyberoorlog gaat geven, een groot voedseltekort.
Achteraf, nadat Corona geweest is, een heel logische zaak; want het heeft ons nauwelijks iets te zeggen gehad.
Corona heeft Nederland niets geleerd, niet bij God teruggebracht. Dan veelal discussies over inenten en afstand houden.
Kerken namen zelf het initiatief om niet bij elkaar komen, om God te zoeken over het kwaad wat Hij ons ten goede gezonden had.
Dus niet alleen zij die God niet vrezen, maar ook zij die zich Christenen noemen, weken nog meer af van Zijn geboden.
Terwijl er bloedschulden en afschuwelijke zaken in Nederland toegestaan zijn en gepromoot worden.
Op geen enkele wijze heeft het ons land bij God en Zijn wetten terug gebracht. Wetten die Hij ten goede van ons, gegeven heeft.
Sinds dit jaar betoont de Geest van God zeer regelmatig dat er voedseltekort komt.
Nu zijn een bijzonder progressieve partij en partijen die eveneens God niet zoeken en vrezen, de grootste geworden.
Een grote macht in een seculier land met een overheid die God totaal aan de kant gezet heeft
Bidt om eenheid, om te doen naar Zijn wil (Zijn geboden). Om een terugkeer tot het Hem, tot het christelijke geloof.
Nee, niet stoppen met lezen, maar lees alstublieft het gehele stuk! Ook wat er buiten de kerken in Nederland plaatsvindt.
Deel 1
David beklaagde zich bij God over zijn zonde, hij zegt; tegen U, U alleen heb ik gezondigd, en gedaan, dat kwaad is in Uw ogen; opdat Gij rechtvaardig zijt in Uw spreken, en rein zijt in Uw richten.
De zoon van Salomo zegt tot het volk dat zijn vader hen veel belasting liet betalen, maar dat hij het nog veel zwaarder zal maken.
Daniel legt de droom uit van een goddeloze koning, en die koning zegt: Het is de waarheid, dat uw God een God van alle goden is, en een Heere van alle koningen, en Die de verborgenheden openbaart, terwijl u deze verborgenheid hebt kunnen verklaren. Dat was niet uit Daniël, maar uit God, Die de tijden en het gehele wereldgebeuren overziet: want Hij had het bekendgemaakt.
Eveneens geldt dit nu voor Nederland. Want het is dezelfde God die spreekt ten goede van ons.
November 2019, zes jaar geleden, heeft de Allerhoogste bekendgemaakt dat er tekort aan voedsel komt: aan wat noodzakelijk is tot ons levensonderhoud, want wij hebben Hem door onze zonden bijzonder vertoornd.
Nu is het zevende jaar ingegaan, nee dat is geen jaar ten goede van ons, maar ten kwade. Want wij bedrijven misdaden tegen God, en zijn op een goddeloze weg doorgegaan, en keren ons af van Hem. Door onszelf, door onze handelswijze die niet goed is, en niet naar Zijn Woord, en hebben ons afschuwelijk gemaakt met gruwelijke misdaden.
Nee, dat is niet alleen een overheid die abortus en euthanasie propageert, en waarin overspel gepromoot wordt, waar jongens en meisjes geleerd moet worden dat zij zelf hun geslacht hebben te kiezen: maar wij die het Woord van God hebben, hebben Hem de rug toegekeerd. En geven met onze woorden en daden duidelijk te kennen dat onze mening veel zwaarder weegt dan Gods mening.
Voorbeelden van wat in kerken speelt
Let op!
Wij hebben onze mening te baseren op het Woord wat God ons ten goede gegeven heeft.
En niet Gods Woord naar onze eigen mening in te vullen.
Er wordt gezegd dat het toch niet in uiterlijke dingen zit, zij zullen ons inderdaad niet in de hemel bij God brengen. Want wie God vreest, is gericht op Zijn eer, en niet op zichzelf. En Hij weet alles wat er in ons voor Hem leeft ten aanzien van:
- Kleding die nauwelijks onze geslachtskenmerken verhullen. Of kleding waarmee wij in eenvoud onze lichamen bedekken.
- Sieraden enz. gericht om mooier maken dan wij geschapen zijn. Of sieraden als eenvoud, oprechtheid, eerlijkheid, liefde, mildheid.
- De huizen, de auto’s, en alles waarmee wij willen pronken. Of wij gebruiken die zaken alleen als een noodzakelijke behoefte.
- Verzekeringen om wat dat betreft zonder zorgen te zijn. Of wij werpen onze zorgen en belangen op Hem Die voor ons zorgt.
- Het merendeel van ons is lid van een kerkverband. Maar als het lidmaatschap ons te nauw wordt, gaan we naar een andere kerk.
- Wij hebben het Woord van God veranderd in een bron van ongerechtigheid. Zodat er vele vertalingen zijn naar onze eigen zin en mening. Terwijl Gods Woord ons land is nagelaten. Wij hebben God verlaten, en daarom is Zijn Geest van ons geweken, en worden wij overgegeven aan het goeddunken van ons eigen hart.
Nu is de maat haast vol gezondigd, een maat van zeven jaren. Toch is de Allerhoogste nog zo goed dat Hij, voordat het oordeel komt, de aanzegging laat doen, gelijk als ten tijde van Jozef onder de Farao.
Maar wat doen wij ermee? Doen wij het af als onzinnigheid, of dwaasheid?
Geloven wij het, en zeggen; nu zullen wij ieder week wat extra’s kopen, zodat wij over een jaar genoeg hebben om in zuinigheid de tijd van schaarste door te komen?
Geloven wij dat de Heere God is (en Hij haat onze handelswijze en woorden die niet goed zijn) en keren wij tot Hem terug?
Bekeren wij ons van onze grote schuld, van onze daden die niet goed zijn, die wij bij God en onze medemensen hebben?
Doet het ons oprecht verdriet dat Hij woedend op ons is, omdat wij Zijn Woord verlaten hebben?
Of zijn wij van mening dat God bij óns schuld heeft in het toelaten van al het kwaad in de wereld, en dat ánderen zich naar ons toe kwaad gedragen?
Laten wij de hand in eigen boezem steken, want wij hebben tegen God gezondigd, en doen wat kwaad is in Zijn ogen. Opdat Hij (in het zenden van het oordeel) rechtvaardig is in Zijn spreken, en onschuldig is in Zijn vonnis over ons. En alleen Zijn Zoon kan ons redden en vrijmaken. Maar nu komt een niet af te wenden, tijdelijk oordeel.
Evenals ten tijde van Jozef. Jozef legt de dromen van Farao uit. Er was er geen sprake van dat het oordeel niet zou komen. Maar God liet het aanzeggen, opdat zij zich bekeerden. En opdat zij de tijd hadden om zich te voorzien, zodat zij in die razende hongersnood niet de hongerdood zouden sterven. Farao kende God niet en vreesde Hem niet, maar hij luistert naar Jozef, en geeft opdracht om voedsel te verzamelen.
Daarom bekeert u, want het vonnis kan niet worden afgewend. Laten wij ons afkeren van onze handelswijze die niet goed is. Gelijk het volk en de koning van Ninevé tot God terug keerden.
Het woord wat Ezechiël te horen krijgt (hoofdstuk 22), geldt ons allen. Het is de bekendmaking van de gruwelijke zonden waarmee overtreden wordt tegen al de geboden. Door overheid en burgers, door mensen die niet naar de kerk gaan en die wel naar de kerk gaan.
Hoewel ik in mijn geweten vol ben van ongerechtigheden bedreven tegen een heilig en goeddoend God, is dit land vol gruwelijke misdaden en wreedheid, bedreven tegen de mensheid die God geschapen heeft.
Voorbeelden die in ons land plaatsvinden
Nederland is vol gruwel en boosheid. En de straf die over ons volk bestemd is, is niet af te wenden (want ook wij hebben gezondigd en bieden Nederland geen uitkomst of hulp). Door het bloed dat in dit land vergoten wordt:
- Inzake abortus en euthanasie;
- Inzake het nauwelijks bestraffen van moord en doodslag en seksueel misbruik (het zijn doodstraf waardige zaken);
- Inzake het toestaan van overspel, van porno, van woeker;
- Inzake het onderwijs aan jongens en meisjes dat hun geslacht (hun identiteit) niet vaststaat;
- Inzake het niet één dag in de week rust gunnen door het houden van de zondag;
- Inzake het weigeren van God in erkentenis te houden dat Hij ons gemaakt heeft, en wij Zijn schepsels zijn;
- Inzake het verbreken van alle geboden die ons ten goede gegeven zijn, en met leugen en bedrog overtreden worden;
- Inzake het jaarlijks weggooien van bijna 600 miljoen kg voedsel.
O stad, o land, die bloed vergiet, opdat de tijd van haar oordeel komt, en die zichzelf tot een god maakt! Terwijl zij zichzelf schoonpraten met de drek van eigen gestelde redenen die gruwelijk en vol kwaad zijn, tegen de mensheid en daarin tegen God. Het zijn gruwelijkheden die als het gouden kalf worden geëerd. Het zijn bloedschulden waarmee zij zichzelf en het volk doen zondigen. Nu naderen de dagen die zij zelf over zich halen. Zij zullen bespot worden, die vol onrust zijn.
Dit land kent geen rust: alle dagen en uren moeten zij bezig zijn, overal moet muziek te horen zijn, altijd moeten zij online zijn, altijd; opdat er geen tijd en gedachte is om zich tot God te bekeren. Om in Zijn Woord ons te verdiepen, opdat wij eens bij Hem mogen leven.
Burgers en overheden verzetten zich met alle kracht die in hun is, tegen het Woord van God, eenieder naar zijn kracht, om bloed te vergieten.
Meent u dat het niet zo is, omdat u nooit bloed vergoten hebt? Staat u het niet toe, door zaken te promoten, te willen afdwingen, ja, door te zwijgen over dingen die niet goed zijn, of die u stilzwijgend goedkeurt?
De maatschappij welke het gezin in het klein is, en voor kinderen een voorbereiding op het leven in de maatschappij, wordt kapot gemaakt. Ouders moeten beiden werken, ouders moeten daarenboven mantelzorger zijn, en een gezin behoeft niet te bestaan uit man en vrouw. Nu, mantelzorger zijn is een goede zaak, dat kan een moeder zijn met haar gezin. Maar nee, zij moet werken. De druk in en op de maatschappij is bijzonder groot, maar de reden wordt niet gezien. Maar er wordt gezocht hoe een doodbloedende maatschappij met allerlei doekjes voor het bloeden, gered kan worden. Maar de wetten die God ons ten goede gegeven heeft, worden veracht. Zijn zondagen ontheiligt. Er wordt wat gelogen en bedrogen en wat overspel bedreven, en het land is vol van schandalen. Welhaast naakt mag je over straat gaan, er is geen enkele schaamte. Verkrachtingen en schandelijkheid met mannen en vrouwen, ja met kinderen vinden dagelijks plaats. Door beloningen wordt er nog meer bloed vergoten. Onderdrukkingen van vrouwen, van kinderen zijn eveneens aan de orde van de dag. Kinderen leren nauwelijks hoe zij anderen hebben te respecteren.
En God wordt vergeten. Vergeten dat Hij alles ziet en weet. Dat Hij als in verbazing over alle goddeloosheid in Zijn handen geklapt heeft. Om de boosheid en de gruwelijkheid en de schaamteloze vuiligheid die openlijk bedreven wordt. Waardoor er zoveel bloed vergoten wordt. Daarin dat het dus enerzijds uitgevoerd en anderzijds gepromoot of stilzwijgend toegestaan wordt.
Niet alleen door letterlijk bloed te vergieten, maar ook door het toestaan van zaken die God ons niet geboden, maar zelfs verboden heeft. Waardoor onze geest, ons geweten gedood wordt, en zielen voor eeuwig verloren gaan.
Zullen wij dan bestaan, en zullen onze handen sterk zijn, nu Hij met ons gaat handelen?
Zijn het mijn woorden, of Zijn woorden? Wij zullen weten dat Hij de Almachtige is, Die ons bekendmaakt al onze gruwelen. Maar ook het oordeel inzake een cyberoorlog waardoor er tekort zal zijn aan alles wat in deze tijd noodzakelijk is. Waardoor God in Zijn goedheid nog laat weten om een voorraad aan te leggen, opdat wij zelfvoorzienend zijn in die tijd, aangaande onze basisbehoeften.
Maar mijn dagelijks gebed is wel of Hij geeft wat ik te doen heb. Niet ziende op mensen, maar op U alleen, en help mij Heere, ook ditmaal, want ik ben zeer bevreesd.
Deel 2
In de onberijmde Psalm 15 stelt David in het eerste vers een vraag aan de HEERE : wie zal bij U mogen wonen? Daarna volgt een opsomming van wie dat is: de oprechte mens die God vreest.
Met deze Psalm kon ik best meekomen: van valse fratsen ben ik wars, aan Gods wetten hecht ik grote waarde, ik spreek de waarheid, ik laster niemand, en als een ander iemands eer vertrapt, dan wil ik dat niet horen; het volk van God heb ik lief; ik zweer niet roekeloos, en wat ik toezeg dat kom ik na – zelfs al zou het tot mijn schade of schande zijn; mijn geld geef ik niet op woeker, op geschenken geef ik geen acht. O, wat was ik oprecht en goed bezig. De farizeeër was er niets bij.
Maar vanwege de zaak die aangezegd moest worden, las ik Psalm 51. Dat sloeg naar binnen, want niet anderen, maar ik heb gezondigd en gedaan wat kwaad is.
Zo werkt de Heere; Hij geeft een opdracht. Maar opdat de mens zich niet verheft, alsof in hij in zichzelf enige kracht of macht heeft, laat Hij mij mijn krachteloosheid zien en ervaren. Opdat ik op Hem hoop en op Hem al mijn verwachting is. God gaf mij even over aan mijzelf, en hoe goed ben ik dan in mijn eigen oog. Maar als Hij mij op datzelfde dwaalpad laat doorgaan, en ik die 51e Psalm lees, met als doel om de zaak te overdenken; dan laat God zien dat ik ook Zijn wet overtreedt. Hem woedend maak. Hem op het hoogste aantast in Zijn eer. En ons land geen uitkomst bied: ook ik ben Zijn boosheid wel dubbel waardig. Evenals Hij door Zijn Geest opnieuw Ezechiël 22 gaf te lezen, inzake het oordeel over Nederland. (Niet dat ik dat hoofdstuk welbewust opzocht, maar het na mijn gebed tot Hem, opensloeg).
Mijn vrees voor wat mensen zullen zeggen of doen, en daarin mijn liefde tot mijzelf is groot. Maar de Allerhoogste maakte de noodzaak om het aan te zeggen, groter en sterker. Maar ik bid: O Heere, wil om mijn schuld, die wij toch allen hebben en erger maken, Uw volk niet vergeten, wil hen niet verlaten. Laat Uw goedheid niet van ons wijken. Laat o God, laat ons niet bezwijken door de bloedschulden en de afschuwelijke zaken die in dit land plaatsvinden, maar bouw de Kerk op. Geef ons allen een verslagen geest over de schuld van ons land. Doe ons zo onszelf in liefde opofferen, want onze goedheid raakt niet tot U, maar tot de heiligen. Vergeef mijn zonden, zegen het Uwe, en blijf met ons, ook ditmaal Heere, ook ditmaal.
In ons land is een volk dat God vreest, eert en liefheeft. Meer dan in de omringende landen.
Mede dáárom stelt Hij ons als voorbeeld inzake het tekort.
Want er komt een dag, dat Hij alle volken, alle mensen zal oordelen.
Dan komt het definitieve vonnis over wat wij gedaan hebben, hetzij goed of hetzij kwaad.
Maak jouw eigen website met JouwWeb